Ko Droogers
De Brieven van Ko
Inleiding
De Brieven
8-1-1940
29-1-1940
22-3-1940
26-3-1940
4-4-1940
9-4-1940
13-4-1940
20-4-1940
27-4-1940
23-5-1944
Brieven van anderen
Roode Kruis
Wilhemina
Huysse van der Veen
Uit een dagboek

Bandoeng, Zaterdag 20 April 1940

Lieve allemaal!

Voor het eerst sinds ik op m'n bestemmingsplaats ben aangekomen, zal ik maar eens gaan schrijven. We hebben vandaag al geen dienst. Het is nu een inlandsche feestdag, dus hebben we Zondagdienst. Zoodoende hebben we twee Zondagen achter elkaar. De eerste indruk die ik van Indië gekregen heb, is reusachtig. Hoe mooi is die plantengroei hier. En Bandoeng is een prachtige stad. Ik schrijf stad, maar volgens Europeesche begrippen is het feitelijk geen stad, al wonen hier ook 160 000 inwoners. De winkelwijken uitgezonderd, staat hier ieder huis apart, dus op de manier, waarop de moderne dorpen in Holland gebouwd zijn, alleen veel mooiere planten groei. Ook de kazernes zijn schitterend ingericht. Lekker frisch en ruim. Het is hier nog veel meer model-dienst, dan in Aalsmeer. We hebben tot nu toe ook iedere dag gymnastiek gehad. Eerste??? beginnen we met schermen. Ik zit hier nu op 't oogenblik in het Chr. mil. tehuis. Dit is ook reuze fijn, zoo zelfs dat ik ook het ??? ??? dubbelfijn in de week. Je kunt hier alle krijgen, wat je maar bedenken kunt. Vruchten kan je hier heel goedkoop krijgen.

Toen we van Batavia (deze stad is me erg tegengevallen) naar Bandoeng reisden, werden we tegemoet gekomen door jongens, die hier al een paar maanden zijn. Het bleek, dat zij van het Chr tehuis kwamen. Zij wisten precies onze namen en wat voor geloof we hadden. Hier wordt in dienst ook rekening mee gehouden, tenminste, als het geen dienst betreft natuurlijk, want daarin zijn allen gelijk. Laat ik eventjes vertellen wat ik heb meegemaakt hieromtrent. We zaten gisteren aan tafel. De sergt. v.d. week kwam naar ons toe en vroeg wie of Droogers was. Ik maakte mij natuurlijk bekend. Hij zei toen tegen me, dat ik Zondagavond permissie kon krijgen, tot een half uur nadat de J.V. Was afgeloopen. Het mooiste is nu, dat ik nog absoluut geen lid daarvan ben, al zal ik er zoo spoedig mogelijk voor zorgen, dat ik lid zal worden.

Een ding is er, wat heel vreemd is hierzoo in den kazerne's, en dat zijn nl. de vele vrouwen en kinderen die in het kampement wonen. Dat zijn allemaal inlanders, trouwens, je ziet hier veel meer bruine menschen dan blanken. Er wordt in Holland veel verteld over de zedelijke gevaren die hier zijn. Alhoewel deze inderdaad groot zijn, wordt er toch geweldig mee overdreven. Als er jongens hier ten onder gaan, en dat zijn er verschillende, dan is dat absoluut te wijten aan eigen schuld. Dat zijn jongens, die geen wilskracht bezitten. Dat zijn jongens die zelden of nooit naar huis schrijven en die er geen godsdienst op na houden. Voor iemand die trouw z'n plichten, in alle opzichten, dus ook buiten dienst, vervuld, is het absoluut niet noodig, dat ze in handen van gevaarlijke vrouwen vallen. Ik kan echter nog niet begrijpen, dat er jongens zijn die er inloopen. Er gaat nl geen dag voorbij, of we worden overal voor gewaarschuwd. Toch valt het voor sommigen niet mee, zich netjes te gedragen. Laat ik even iets vertellen over wat ik zelf deze week heb meegemaakt. Zoals jullie weten, hou ik veel van muziek. Ook vele anderen houden daar veel van. Nu zijn er velen die een of ander instrument bespelen, ik wilde ook gaan spelen, en ging op zoek naar een viool. Natuurlijk wilde ik geen nieuwe koopen, want die kost teveel. Als je nu iets goedkoops wilt koopen, dan moet je niet in de Europeesche zaken wezen, maar in de Chineesche of Japansche toko's. (toto betekent winkel). Ik ging dus met nog een paar jongens naar die wijken, waar dergelijke toko's zijn. We vroegen linksch en rechts. In een van die winkeltjes daar vroegen we ook om een viool en laten er nu een paar, op z'n Hollandsch uitgedrukt, hoeren komen. De gevraagde viool kwam echter niet. Het bleek dus, dat we hier aan het verkeerd adres waren en maakten dat we weg kwamen. Met dit voorbeeld wil ik echter maar zeggen dat je je soms geheel onverwachts op gevaarlijke plaatsen bevind en dat het gebeuren kan, dat jongens die niet vast in hun schoenen staan, er inloopen. In een ander zaakje kon ik voor een paar gulden een behoorlijke 2e handsch viool koopen. Ik ben dus nu ook viool aan 't leeren, zeer tot ongenoegen van sommige jongens die dat geluid nu niet zoo erg mooi vinden, en zeer terecht natuurlijk, want ik kan er nog niets van, maar dat komt wel.

Ziezoo luitjes, ik eindig nu jullie weten weer eens iets van me, en schrijf maar weer gauw terug. Nu maan naar het adres, wat achter op de enveloppe staat, dan heb ik de brief een paar dagen eerder. Jullie liefh. z. en br. Ko

P.S. Willen jullie de brieven die ik schrijf allen bewaren? Als ik weer naar Holland mag komen met den tijd, dan kan ik ze ook nog eens nalezen.


Stuur je reakties naar: jaap